“Het lijkt wel alsof hij buiten een heel andere hond is, totaal geen contact mee te krijgen.” Ze kijkt verdrietig naar de hond, die zich van geen kwaad bewust languit op de bank ligt.
Ze heeft de hond nu 5 maanden. Robbie komt uit Roemenië en er was haar verteld dat hij heel zachtaardig, sociaal en goed met andere honden was. Dat klopt, was. Hier en nu is hij dat niet. Er was haar ook verteld dat hij gek was op knuffelen. Hij kwam naar je toe en wilde heel graag geaaid worden. Dat is nu anders.
Robbie was na aankomst heel gehoorzaam, hij was heel volgzaam, deed alles wat ze vroeg. Ze kon heerlijk met hem knuffelen, hem dicht tegen zich aan houden en ze wandelden samen hele einden. “Het was bijna te mooi om waar te zijn”, zegt ze. “Alles ging goed, andere honden, kinderen die hem aaiden, in de auto, mee naar mijn ouders”.
“Ja de stichting heeft me ingelicht dat ik rustig aan moest doen de eerste tijd. Dat heb ik ook gedaan, we hebben drie weken bijna niets gedaan, geen bezoek, gewandeld in rustige gebieden. Dat ging allemaal zo goed, dat ik dacht dat we meer konden doen. En dat ging ook goed.”
“Wat is er gebeurd?”, vraag ik. Ze is stil, weet even geen woorden te vinden. “Ik ben hem kwijt”, zegt ze zachtjes. “Zo voelt het, hij sluit zich helemaal af”.
Ik kijk naar Robbie en zie een hond liggen, diep in slaap, volledig van de wereld. Maar dat bedoelt ze niet. Bij binnenkomst zag ik al dat Robbie voor haar wijkt, niet naar me toe wilde komen, en zeker niet bij haar wilde zijn. Hij liep weg, zocht rust in de tuin.
Wat ik zie is een verdrietige baas en een eenzame hond. Een baas die zo graag goed wil doen en een hond die het zo graag goed wil doen, maar die elkaar onderweg zijn kwijtgeraakt.
Ik vraag of we een eindje kunnen gaan lopen, omdat ik Robbie graag wil zien en observeren in een andere situatie. Hij wil graag mee, dat is fijn. Direct bij buitenkomst gaat Robbie “aan”. Hij is alert, trekt, snuift en gaat. Wij bestaan niet meer. Wat ze ook probeert, Robbie ziet of hoort niets. Bij het zien van een andere hond 30 meter verderop geeft hij duidelijk aan dat het hem veel spanning geeft: blaffen, haren omhoog, ernaartoe willen. Volledig onbereikbaar. Er passeert een fietser en plots valt Robbie uit, razendsnel, het gebeurt in een split second. Ze schrikt, schreeuwt, trekt. Met veel moeite lopen we verder en keren we weer richting huis.
Daar aankomend schudt Robbie zich uit, loopt naar de waterbak, lebbert wat en gaat de tuin in.
“Ik begrijp er niets van, eerst deed hij dit allemaal niet, waar komt dit vandaan?”
Robbie is uit zijn vertrouwde omgeving weggehaald. Een omgeving waar hij al 3,5 jaar woonde. In een groot weiland met 12 andere honden. Twee mensen die hem elke dag 2 x eten kwamen geven, even met hem speelden, knuffelden. Robbie is in een vliegtuig gezet, heeft een zeer intensieve reis gehad met veel lawaai en kou. Vervolgens landt hij op Schiphol, komt in een immense hal met heel veel mensen, geluiden, geuren. En gaat 2 uur in de auto mee naar een nieuw huis. Waar alles nieuw is.
Robbie zijn reactie hierop was alles over zich heen laten komen. Hij kon niet anders. Hij was stil, rustig, lief. Hij keerde in zichzelf, hij kon niet anders. Dat was zijn enige manier om met de overweldiging van al deze nieuwe situaties om te gaan. Totdat zijn systeem overprikkeld raakte en hij MOEST reageren. Vergelijk het met een zeer hectische tijd bij jezelf, waarin het een na het ander gebeurt waarmee je moet zien te dealen. Je kunt weinig meer hebben, het lontje is op. Prikkel op prikkel op prikkel. Robbie kan zelfs aanraking niet meer verdragen, omdat zijn lijf overprikkeld is. Alles is hem teveel, doet bijna pijn.
Zo’n hond kan niet in contact gaan, kan de verbinding niet aangaan, omdat hij zichzelf kwijt is. Hij is aan het overleven in plaats van leven.
De klanten met wie ik werk voelen zich vaak schuldig. En dat is niet nodig. Niemand is schuldig. “Ik heb het fout gedaan.” Nee. Daar gaat het niet om. Je wist niet beter en je deed het vanuit jouw goede bedoeling.
Waar het wel om gaat is tijd: geef het de tijd. Niet een paar weken, maar maanden. Houd alles rustig. Geef je hond de tijd om te wennen, doe niet veel. Stapje voor stapje. Gaat een ontmoeting met een hond goed? Ga het de volgende dagen niet opzoeken. Houd het goed.
Gaat een wandeling goed? Blijf die ronde lekker lopen, dat is dan vertrouwd, bekend. Ontspanning, jou leren kennen, de omgeving leren kennen, situaties leren kennen, dat is waar het om draait. Het gaat niet om snel en veel, het gaat om weinig en langzaam. Socialiseren is sociaal leren. Niet steeds moeten compenseren.
Vergeet niet dat de geuren die een hond tijdens de wandeling ruikt al heel veel kunnen zijn. Zeker voor een hond die in een asiel of op een weiland heeft geleefd. Dat zijn al heel veel prikkels die elke dag binnenkomen. Doseer. En ook al gaat het een aantal weken goed, blijf stapje voor stapje toevoegen. Niet elke dag een stapje er bij, maar na een aantal weken een stapje er bij. Alles op z’n tijd.